Het langlopende dossier rondom Jeroen Rietbergen, voormalig bandleider bij The Voice of Holland, krijgt een juridisch vervolg. Vrijdag staat hij opnieuw in het middelpunt van de aandacht, wanneer het gerechtshof in Arnhem-Leeuwarden zich buigt over een verzoek tot vervolging. De aanleiding is een zogenoemde artikel 12-procedure die is aangespannen door voormalig deelneemster Nienke Wijnhoven. RTL Boulevard bevestigde donderdag dat het hof zich over de zaak zal uitspreken.

De vervolgvraag is opnieuw actueel geworden nadat Nienke Wijnhoven, oud-kandidate van het programma, formeel bezwaar maakte tegen het eerdere seponeren van de zaak. Door middel van een artikel 12-procedure wil ze alsnog vervolging afdwingen.
Deze juridische route biedt slachtoffers de mogelijkheid om het Openbaar Ministerie te dwingen een eerder geseponeerde zaak opnieuw in behandeling te nemen. De inzet van zo’n middel geeft aan hoeveel gewicht Wijnhoven aan haar verklaring en rechtvaardiging hecht.
Ernstige beschuldigingen tijdens The Voice
De zaak tegen Rietbergen kwam aan het licht nadat meerdere vrouwen melding maakten van grensoverschrijdend gedrag tijdens zijn periode als bandleider bij de populaire talentenjacht. De beschuldigingen legden een schaduw over het programma en brachten een bredere discussie op gang over de veiligheid van deelnemers en de machtsverhoudingen achter de schermen.
Nienke Wijnhoven, een van de oud-deelneemsters, sprak openlijk over haar ervaring in de talkshow Beau. Ze beschuldigde Rietbergen van betasting tijdens haar deelname in 2018. Lange tijd durfde ze haar verhaal niet te delen, uit angst voor de gevolgen. Uiteindelijk besloot ze toch naar buiten te treden, waarmee ze een belangrijk signaal gaf aan andere slachtoffers.
Haar openhartige bekentenis veroorzaakte veel ophef en zorgde voor hernieuwde aandacht voor de structurele misstanden achter de schermen van het programma. Voor veel kijkers kreeg de zaak daarmee een pijnlijk gezicht. Haar verhaal sloot aan bij de eerdere beschuldigingen tegen andere betrokkenen bij het programma, waardoor de maatschappelijke impact toenam.
OM besloot eerder tot seponering
In mei 2024 gaf het Openbaar Ministerie te kennen dat het geen aanleiding zag om Rietbergen strafrechtelijk te vervolgen. De reden: er zou onvoldoende wettig en overtuigend bewijs zijn om een strafbaar feit te onderbouwen. Het ging daarbij om een incident in februari 2018 tijdens de opnames van het programma, dat volgens het OM juridisch niet hard genoeg te maken was.
Rietbergen erkende dat hij zich schuldig had gemaakt aan ongepast gedrag, maar ontkende dat er sprake was van dwang, aanranding of verkrachting. Deze bekentenis leidde tot felle reacties. Voor sommigen betekende zijn verklaring een vorm van erkenning, terwijl anderen het zagen als een verdedigingsstrategie waarmee hij zwaardere juridische gevolgen hoopte te vermijden.
Juridisch slotstuk of nieuw begin
De beslissing van het OM om de zaak te seponeren liet Wijnhoven niet los. Ze voelde zich niet gehoord en besloot dat ze niet wilde berusten in het besluit van justitie. Daarom zette ze de juridische strijd voort door een artikel 12-verzoek in te dienen bij het gerechtshof, in de hoop alsnog vervolging af te dwingen.
Voor Wijnhoven is deze stap meer dan symbolisch. Het onderstreept haar vastberadenheid om rechtvaardigheid te zoeken, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen in vergelijkbare situaties. Haar actie benadrukt dat slachtoffers zich niet zomaar hoeven neerleggen bij een seponering en laat zien dat er juridische middelen zijn om daartegen in verzet te komen.
Voor de rechtbank in Arnhem-Leeuwarden ligt nu de taak om te oordelen of het OM verplicht is tot vervolging over te gaan. Het besluit dat vrijdag volgt, kan verstrekkende gevolgen hebben voor de verdere afwikkeling van de zaak én voor de maatschappelijke discussie over grensoverschrijdend gedrag binnen machtsstructuren.
Verdediging blijft bij eerdere conclusie
Advocaat Wout Morra, die Rietbergen bijstaat, blijft vertrouwen op de eerdere seponering van de zaak. In een eerdere verklaring tegenover het ANP benadrukte hij dat het OM volgens hem zorgvuldig te werk is gegaan.
“Het is allemaal uitgebreid onderzocht en goed uitgelegd,” aldus Morra. Hij ziet dan ook geen reden waarom het gerechtshof tot een andere conclusie zou komen. Zijn verwachting is dat het besluit van het Openbaar Ministerie stand zal houden.
Vrijdag volgt de uitspraak van het gerechtshof. Die uitspraak zal bepalen of het dossier-Rietbergen definitief gesloten wordt of juist een nieuw hoofdstuk inluidt.