De invoering van de digitale euro komt steeds dichterbij en kan volgens het meest ambitieuze scenario al in 2026 werkelijkheid worden. Demissionair minister van Financiën Eelco Heinen maakte dit bekend na overleg met zijn Europese collega’s. Nederland plaatst echter nog duidelijke voorwaarden voordat het definitief instemt met de komst van dit nieuwe betaalmiddel.

Nederland heeft vanaf het begin strikte eisen gesteld om instemming te overwegen. Een van de belangrijkste voorwaarden is dat de digitale euro net zo betrouwbaar moet functioneren als contant geld.
Dit betekent dat betalingen ook moeten werken in situaties zonder internetverbinding of stroomvoorziening. Daarnaast legt de minister sterk de nadruk op bescherming van de privacy van gebruikers, omdat vertrouwen in het betaalverkeer essentieel is.
Wat de digitale euro inhoudt
De digitale euro is bedoeld als nieuwe vorm van geld, maar dan volledig digitaal. Burgers zouden er in de toekomst mee kunnen betalen, vergelijkbaar met pinpassen of betaalapps.
Het grote verschil is dat deze euro rechtstreeks wordt uitgegeven door de Europese Centrale Bank en niet via commerciële banken of technologiebedrijven. Daarmee wil Europa meer controle verkrijgen over het betaalverkeer en de afhankelijkheid van buitenlandse aanbieders verminderen.
Bescherming tegen afhankelijkheid
De groeiende invloed van buitenlandse betaalapps en cryptomunten zoals bitcoin vergroot de behoefte aan een eigen Europees alternatief. Met de digitale euro hoopt de Europese Unie een sterke positie te behouden en minder afhankelijk te worden van partijen buiten de Unie. Volgens Heinen speelt dit aspect een doorslaggevende rol, omdat Europa zich geen kwetsbaarheid in het financiële systeem kan veroorloven.
Discussie over programmeerbaarheid
Een omstreden punt is de mogelijkheid om de digitale euro te programmeren. Heinen benadrukt dat dit volgens Nederland nooit mag worden toegestaan. Als overheden zouden kunnen bepalen waaraan burgers hun geld mogen uitgeven, zou dit de vrijheid van consumenten ernstig beperken. “Dat zou een nachtmerrie zijn en daar zou ik ook nooit mee akkoord gaan,” aldus de minister.
Gelijke waarde met de huidige euro
Een ander belangrijk uitgangspunt is dat de digitale euro dezelfde waarde behoudt als de bestaande euro. Heinen stelt dat er geen verschil mag bestaan tussen beide vormen. “Een digitale euro moet hetzelfde zijn als een gewone euro. En bij een gewone euro doen we dat ook niet,” benadrukt hij. Daarmee moet de munt een volwaardig betaalmiddel blijven, zonder risico op waardeverlies of ongelijkheid.
Limiet op digitale portemonnees
Nederland wil daarnaast dat er een limiet komt op het bedrag dat burgers in hun digitale portemonnee kunnen opslaan. Volgens Heinen is dit noodzakelijk om de stabiliteit van het financiële systeem te beschermen. Wanneer onbeperkt tegoeden zouden worden verplaatst, dreigen commerciële banken leeg te lopen. Daarom wordt de digitale euro vooral gezien als betaalmiddel en niet als spaarproduct.
Rol van commerciële banken
Heinen onderstreept dat commerciële banken hun rol als belangrijkste spaarkanaal behouden. “We willen niet dat mensen al hun spaargeld op hun telefoon zetten. Daar hebben we commerciële banken voor,” zegt hij. De Europese Centrale Bank zal de digitale euro vooral in omloop brengen om betalingen eenvoudiger en veiliger te maken, niet om het traditionele bankwezen te vervangen.
Verdere onderhandelingen in Brussel
De hoogte van de limiet voor digitale tegoeden wordt in de komende periode nog besproken in Brussel. Het onderwerp blijft gevoelig, omdat het raakt aan de balans tussen financiële innovatie en stabiliteit.
Voor Nederland is duidelijk dat zorgvuldige afspraken nodig zijn voordat een definitief besluit valt. Daarmee wordt voorkomen dat de invoering van dit project risico’s oplevert voor burgers en banken.
Digitale toekomst van betalingen
Met de digitale euro wil de Europese Unie inspelen op technologische veranderingen in de financiële sector. Het project moet bijdragen aan een sterker, onafhankelijker betaalstelsel binnen Europa.
De komende jaren zullen cruciaal zijn voor de verdere uitwerking van de plannen. Als alles volgens schema verloopt, zou Europa in 2026 een volledig nieuw betaalmiddel kunnen verwelkomen, met grote gevolgen voor het dagelijks betalingsverkeer.