Voor Johanna, 81 jaar, hebben de kerstdagen hun vertrouwde glans verloren. Waar haar huis vroeger leefde van geuren, stemmen en warmte, overheerst nu stilte. De kinderen die ooit de tafel vulden, hebben inmiddels eigen gezinnen. Zij brengen de feestdagen elders door. Daardoor blijven herinneringen hangen in kamers die ooit vol leven waren. Kerst voelt voor Johanna niet langer als een moment van samenzijn, maar als een confrontatie met gemis.
Afwezigheid laat diepe sporen na
“Ze vieren liever Kerst met de schoonfamilie,” zegt Johanna terwijl ze haar handen om een kop thee sluit. “En ik? Ik blijf alleen achter.” Die woorden komen rustig, maar dragen zichtbaar gewicht. Het besef van een leeg huis tijdens Kerst drukt zwaar. Ze herinnert zich dagenlange voorbereidingen, volle pannen en zingende kinderen. Nu voelt het alsof die rol is verdwenen en haar aanwezigheid minder telt.
Herinneringen aan volle tafels
“Vroeger was het zo anders,” vertelt ze. “Ik stond dagen in de keuken, maakte kalkoen, zelfgemaakte stoofperen en liters chocolademelk.” De tafel was het middelpunt, omringd door kinderen, liedjes en cadeaus. Dat beeld staat in scherp contrast met nu. “Maar nu… het lijkt alsof ik er niet meer toe doe.” Die gedachte laat haar niet los tijdens donkere decemberavonden.
Eerste afzegging als breekpunt
De aankondiging dat haar kinderen Kerst elders zouden vieren, kwam onverwacht hard aan. “Ik begreep het wel,” zegt ze. “Ze hebben hun eigen gezinnen en willen die tijd delen met hun schoonfamilie.” Toch bleef pijn overheersen. Elk jaar laait hoop opnieuw op. “Mam, we komen naar jou,” blijft onuitgesproken. Het uitblijven daarvan maakt de feestdagen elk jaar zwaarder.
Eenzaamheid deelt zij met velen
Johanna weet dat haar situatie geen uitzondering is. “Ik hoor het van zoveel mensen van mijn leeftijd,” vertelt ze. Het gevoel aan de kant geschoven te worden overheerst. “Schoonouders hebben blijkbaar voorrang.” Ze begrijpt niet waarom verdeling onmogelijk lijkt. Afwisselen zou logisch voelen. Dat dit zelden gebeurt, voedt teleurstelling en roept vragen op over plaats en waardering binnen families.

Geen ruimte voor eigen stem
Wat haar extra raakt, is het gebrek aan inspraak. “Ze vertellen me gewoon: ‘Mam, dit jaar gaan we naar de andere kant.’” Er wordt niet gevraagd wat zij wil. Dat maakt het gevoel van onrecht sterker. De beslissing lijkt al genomen. Voor Johanna voelt het alsof haar rol verschuift van middelpunt naar bijzaak, zonder gesprek of afweging.
Twijfel aan eigen betekenis
“Wat mij het meest raakt,” zegt Johanna met tranen in haar ogen, “is dat ik me soms afvraag of ik nog wel belangrijk ben.” Ooit organiseerde zij alles. Zij bracht iedereen samen. Nu voelt zij zich soms een last. Een verplichting die wordt afgevinkt. Die gedachte knaagt en tast haar gevoel van eigenwaarde aan, vooral tijdens momenten die ooit vanzelfsprekend warm waren.
Gemis van kleine stemmen
Het ontbreken van haar kleinkinderen doet misschien nog wel het meeste pijn. “Die kleine gezichtjes, de verhalen over school, de chaos van kinderen.” Dat is Kerst voor haar. Nu is dat weg. “Ze begrijpen niet hoe erg ik ze mis.” Voor hen is zij een oma. Voor haar zijn zij alles. Dat verschil voelt schrijnend en eenzaam.
Vergelijking met andere families
Extra pijn ontstaat door vergelijking met schoonfamilies. “Het lijkt soms een wedstrijd,” zegt ze bitter. Ze hoorde verhalen over uitbundige diners en luxe details. Chocoladefonteinen, dure wijnen en enorme bomen. Johanna voelt zich klein bij dat beeld. Een bescheiden boom en appeltaart lijken onvoldoende. Toch zou dat volgens haar genoeg moeten zijn voor verbondenheid.

Trots staat vragen in de weg
Hoewel het verlangen groot is, vraagt Johanna niet om gezelschap. Trots houdt haar tegen. Smeken voelt als vernedering. Toch twijfelt ze soms. Misschien zien haar kinderen het niet. Misschien beseffen zij niet hoe zwaar deze periode weegt. Die onzekerheid blijft hangen. De vraag of spreken verschil maakt, blijft onbeantwoord en zorgt voor innerlijke strijd.
Strijd tussen moed en werkelijkheid
Johanna probeert zichzelf moed in te praten. “Je bent sterk, je kunt dit aan.” Maar eerlijk voelt het anders. De dagen voor Kerst zijn het zwaarst. Overal verschijnen gezinnen met plannen en cadeaus. Zij blijft achter met herinneringen. Dat contrast maakt het gemis tastbaar en confronteert haar dagelijks met wat ontbreekt.
Hoop op bewustwording
Met haar verhaal hoopt Johanna anderen wakker te schudden. Ze verwijt haar kinderen niets. Ze wil begrip. Kerst is voor haar meer dan een datum. Het staat voor samen zijn, warmte en liefde. Die warmte mist ze intens. Misschien herkennen andere ouders zich hierin. De gedachte dat zij niet alleen is, biedt een sprankje troost.
Botsing tussen generaties
Ze vraagt zich af of dit een breder generatieprobleem is. Jongere generaties lijken anders om te gaan met tradities. Praktische keuzes voeren de boventoon. Familiebanden voelen minder leidend. Dat besef stemt haar somber. Het lijkt alsof waarden verschuiven, zonder oog voor wat achterblijvende ouders ervaren tijdens symbolische momenten.

Twijfel over initiatief nemen
Johanna overweegt zelf initiatief te nemen. Misschien moet zij zeggen dat ze hen wil zien, al is het kort. Toch twijfelt ze. “Soms voelt het alsof ik ze al kwijt ben.” Die gedachte is bijna ondraaglijk. Ze weet niet of woorden verschil maken. Die onzekerheid blijft, net als de angst voor teleurstelling.
Lichtjes tegenover herinneringen
Terwijl Johanna haar thee opdrinkt, kijkt ze naar de eerste kerstlichtjes buiten. “Kerst zou een tijd van liefde moeten zijn,” zegt ze zacht. Voor haar is het vooral een herinnering. Aan wat er was. Aan wat zij verloor. De lichtjes weerspiegelen warmte, maar binnen blijft het stil.










