Let goed op als je de weg op gaat, want dit jaar betaal je stilletjes fors meer voor verkeersovertredingen. De verkeersboetes zijn in 2025 aanzienlijk gestegen, met een verhoging van 3,2 procent op basis van inflatiecorrectie. Daar komen de vaste administratiekosten van 9 euro per boete nog bovenop. Een kleine fout kan dus al snel een grote hap uit je budget betekenen.

De tarieven voor snelheidsovertredingen verschillen per locatie en zijn specifiek afgestemd op het gebied waarin je rijdt. Binnen de bebouwde kom betaal je voor 4 kilometer te hard rijden al 36 euro. Buiten de kom daalt dat bedrag naar 32 euro, en op de snelweg kom je nog ‘weg’ met 27 euro. De bedragen lopen snel op naarmate de overschrijding toeneemt. Bij 10 km/u te hard ben je binnen de kom al 93 euro kwijt en op de snelweg 81 euro.
Rijd je 25 kilometer per uur te hard, dan loopt het bedrag in de stad op tot 336 euro. Op de snelweg kost dezelfde overtreding je 296 euro. Daarmee onderstreept het beleid hoe zwaar er wordt ingezet op gedragsverandering door middel van financiële prikkels. Vooral binnen de bebouwde kom zijn de boetes hoog, juist om kwetsbare weggebruikers zoals voetgangers en fietsers beter te beschermen.
Niet alleen snelheidsovertredingen worden streng aangepakt. Ook andere verkeersovertredingen kunnen je flink duur komen te staan. Zo betaal je 430 euro als je tijdens het rijden je telefoon vasthoudt. Bumperkleven kost je tussen de 380 en 900 euro, afhankelijk van de ernst van de situatie. Rijd je onnodig links, dan staat daar een boete van 280 euro tegenover. Een gevaarlijke inhaalmanoeuvre levert je 310 euro op.
Ook voor relatief kleine overtredingen moet je flink betalen. Onnodig toeteren kost je 310 euro, geen richting aangeven 120 euro, en rijden op de stoep 190 euro. Rijd je door rood of blokkeer je een kruispunt, dan staat daar een boete van 310 euro op. Deze gedragingen worden vaak onderschat, maar de overheid beschouwt ze als ernstig en bestraft ze dienovereenkomstig.
Technische mankementen aan je voertuig kunnen eveneens een boete opleveren. Een kapot remlicht kost je 190 euro, net als het niet dragen van een gordel. Het verkeerd gebruiken van mistlampen kost 120 euro aan de voorzijde en 190 euro aan de achterzijde. Goed onderhoud van je auto is dus niet alleen een kwestie van veiligheid, maar ook van kostenbesparing.
Parkeerboetes zijn een andere inkomstenbron voor de overheid. Parkeren op een gehandicaptenplek kost je 380 euro. Sta je zonder parkeerschijf of op een plek waar je niet mag staan, dan ben je 120 euro kwijt. Ook in milieuzones wordt streng gecontroleerd: bij een overtreding betaal je eveneens 120 euro. Steeds vaker gebeurt die controle met slimme camera’s en automatische kentekenherkenning.
Toch is niet elke boete gestegen. Sommige zijn juist iets verlaagd. Het negeren van een voorrangssituatie kost nu 310 euro, waar dat eerder 350 euro was. Onterecht gebruikmaken van de vluchtstrook is gedaald van 450 naar 310 euro. Het zijn kleine meevallers binnen een overwegend stijgende trend. Andere tarieven, zoals voor dubbel parkeren en een onleesbaar kenteken, zijn gelijk gebleven.
De overheid laat met dit boetebeleid zien dat verkeersveiligheid een serieuze zaak is. De hoogte van de bedragen moet gedragsverandering afdwingen en voorkomen dat herhaling plaatsvindt. Jij betaalt uiteindelijk de prijs voor roekeloos of onoplettend gedrag. Daarom loont het om alert en verantwoordelijk te rijden, niet alleen voor je veiligheid, maar ook om financiële tegenvallers te voorkomen.
Wil je jouw mening kwijt over deze verhogingen? Laat dan van je horen op onze Facebookpagina. Vind jij deze stijgingen gerechtvaardigd, of gaat de overheid hierin te ver? Deel je ervaring en discussieer mee met anderen.