anaf het moment dat je kennismaakt met Rinus en Ingrid, lijkt er geen vuiltje aan de lucht. De chemie spat er vanaf en alles wijst erop dat de twee elkaar écht gevonden hebben op het zonnige Lesbos. Toch komt er twijfel opzetten zodra je dieper kijkt. Achter de vrolijke beelden schuilt een ongemakkelijke realiteit die door Rob Goossens wordt blootgelegd in zijn scherpe column voor RTL Boulevard.

Ingrid laat er nooit een misverstand over bestaan: ze zoekt geen standaard vakantieliefde, maar een handige man. In haar introductievideo zegt ze het glashelder: “Ik ben op zoek naar een handyman.” Op het eerste gehoor klinkt het als een oprechte wens. Iemand die eerlijk durft te zeggen wat ze belangrijk vindt in een partner. Maar volgens Goossens lijkt de boodschap nu wel erg letterlijk te worden genomen.
Je merkt dat Ingrid haar verwachtingen duidelijk heeft geuit, maar wat in eerste instantie een charmant detail leek, begint al snel de toon van haar hele zoektocht te bepalen. Ze zoekt geen maatje om herinneringen mee op te bouwen, maar eerder een timmerman met romantische bijbedoelingen. Gratis, effectief en liefst zonder emotionele eisen.
Rinus klust, Ingrid geniet
Rinus voldoet aan al haar criteria. Hij staat met een glimlach op het dak, boort gaten zonder mopperen en weet precies hoe je met een zaag moet omgaan. Zijn handigheid wordt met open armen ontvangen. Terwijl hij zich uitslooft in en rond het huis, zie je Ingrid met de dag vrolijker worden. En geef haar eens ongelijk: wie wil er nou geen renovatieproject dat niets kost?
Wat Rinus ervoor terugkrijgt, blijft vooralsnog beperkt tot hoop. Hoop op een gezamenlijk leven, misschien zelfs met hun samengestelde gezin. Hij droomt hardop over een toekomst waarin Ingrid een centrale plek inneemt. Of die droom ook van haar kant komt, blijft vooralsnog onbeantwoord. Maar zolang de verf nog nat is, durft hij te geloven.
Wat als de kluslijst ineens leeg is?
Goossens schildert een onheilspellend toekomstbeeld. Wat als het huis straks af is? Als elke tegel ligt, elk kozijn strak in de lak zit, en de tuin weer toonbaar is? De angst is dat Ingrid dan haar kaarten op tafel legt — en dat daar weinig liefde op ligt. Je voelt aan alles dat het moment nadert waarop ze zal zeggen: “Ik voel het toch niet helemaal.” En dat zou niet alleen pijnlijk zijn, maar ronduit schrijnend.
Misschien blijft Rinus dan welkom, maar niet als geliefde. Eerder als klusser-op-afroep. En wie weet volgt er daarna nog een verzoekje of hij de badkamertegels wil vervangen voor handgeschilderde mozaïekjes — die hij natuurlijk zelf ook even mag schilderen. Het zou de kroon zijn op een reeks van ongemakkelijke momenten waarin liefde en wederkerigheid uit balans zijn geraakt.
Eerlijke liefde of een handyman?
Goossens noemt hem niet voor niets “arme, arme Rinus”. Wat je ziet is iemand met oprechte bedoelingen, die alles geeft in de hoop dat het hem iets moois oplevert. Maar tegelijkertijd rijst de vraag of hij door liefde wordt verblind. Zie je niet allemaal weleens wat je wílt zien, in plaats van wat er werkelijk speelt?
De inzet van Rinus is bewonderenswaardig, maar ook pijnlijk om te zien. Zijn loyaliteit verdient meer dan een nieuwe klus. Het zet je aan het denken over wat je zelf zou doen. Hoeveel moet je geven voordat je mag ontvangen? En hoe lang blijf je bouwen aan een toekomst die misschien helemaal niet van jou is?