De herfst nadert en de temperaturen dalen langzaam, wat bij veel huishoudens de jaarlijkse discussie aanwakkert: wanneer gaat de verwarming aan? Voor sommigen is dat pas bij vriestemperaturen, terwijl anderen de thermostaat al richting 19°C draaien.
Rondom het gebruik van verwarming bestaan hardnekkige misvattingen die niet alleen tot verwarring leiden, maar ook de energierekening onnodig kunnen verhogen. Verwarmingsdeskundigen leggen uit welke fouten mensen het vaakst maken – en wat wél werkt.
Hoge stand warmt niet sneller op
Een veelvoorkomende vergissing is het idee dat de verwarming sneller opwarmt wanneer de thermostaat op de hoogste stand staat. In werkelijkheid werkt een thermostaat niet als een waterkraan. Je stelt geen intensiteit in, maar een gewenste temperatuur.
Zodra die temperatuur bereikt is, vermindert een klep de waterstroom in de radiator. Bij een hoge stand sluit de klep pas later, bijvoorbeeld bij 25°C in plaats van 21°C. Dit betekent niet dat de kamer sneller warm wordt, maar dat er meer energie wordt verbruikt om een hogere temperatuur te bereiken.
Vorstbeschermingsstand voorkomt niet altijd schade
Veel mensen denken dat de sneeuwvlok-stand op de thermostaat voldoende is om leidingen te beschermen tegen bevriezing tijdens de winter. Die aanname is onjuist en kan tot dure schade leiden. De vorstbeschermingsstand beschermt enkel de radiator zelf.
Wanneer leidingen in een buitenmuur bevriezen, vergoedt de verzekering de schade niet. Volgens energie-experts is het daarom belangrijk om ook bij afwezigheid de woning minimaal te verwarmen, zeker bij langere periodes weg van huis. In appartementen is het risico kleiner doordat verwarmingsbuizen vaak gedeeld worden, maar voorzichtigheid blijft geboden.
Altijd dezelfde temperatuur is niet altijd zuiniger
Een constante temperatuur in huis lijkt handig, maar is niet per se energiezuinig. Wanneer alle deuren openstaan, moeten de radiatoren op elkaar zijn afgestemd. Anders werkt één radiator harder dan de rest, wat leidt tot onnodig energieverbruik.
Het is efficiënter om kamers te verwarmen naar hun functie: de slaapkamer kan vaak met 17°C volstaan, terwijl de badkamer een hogere temperatuur vraagt. Gesloten deuren helpen om warmteverlies te beperken en stookkosten te drukken, wat ook de duurzaamheid van het huishouden bevordert.
Eén graad lager maakt wél verschil
Veel mensen onderschatten het effect van een kleine temperatuuraanpassing. Toch kan één graad minder al een besparing van ongeveer zes procent op de energierekening opleveren.
Factoren zoals isolatie, luchtvochtigheid en buitentemperatuur spelen hierbij een rol. Wordt een hal bijvoorbeeld van 21°C naar 17°C teruggebracht, dan kan het energieverbruik tot wel 24% dalen. Met de huidige hoge energieprijzen is dat verschil aanzienlijk.
Verwarming nooit volledig uitschakelen
De verwarming volledig uitzetten bij afwezigheid lijkt logisch, maar kan averechts werken. Wanneer een woning te veel afkoelt, ontstaat het zogenoemde tegeleffect. Koude muren houden de kou vast en nemen veel energie op voordat ze opnieuw opwarmen.
Dit zorgt voor hogere kosten zodra de verwarming weer aan gaat. Bovendien vergroot langdurige kou in muren de kans op schimmelvorming. Experts adviseren de temperatuur niet onder de 15 tot 17°C te laten zakken, ook niet tijdens vakanties.
Gordijnen isoleren minder dan gedacht
Zware gordijnen worden vaak gezien als middel om warmte vast te houden, maar het tegendeel is waar. De warme lucht van de radiator blijft achter de gordijnen hangen en bereikt de kamer nauwelijks.
Wanneer een gordijn bovendien het thermostaat bedekt, wordt het misleid door de plaatselijke warmte, waardoor de radiator te vroeg uitschakelt. Rolluiken of isolerende raamfolie hebben volgens specialisten een veel beter effect op energiebesparing dan dikke gordijnen.
Slimme thermostaten wél toegestaan voor huurders
Een hardnekkige misvatting onder huurders is dat ze geen elektronische thermostaten mogen plaatsen. In werkelijkheid is dat wel toegestaan, mits de originele thermostaten bewaard blijven.
Slimme thermostaten bieden comfort en bescherming: ze verhogen de temperatuur vlak voor thuiskomst of bij het ontwaken en voorkomen bevriezing van leidingen tijdens een koude winter. Hoewel de besparing soms beperkt is, bieden ze volgens consumentenorganisaties meer controle en gemak.
Zuinig verwarmen begint met kennis
Veelvoorkomende fouten in het gebruik van verwarming kunnen ongemerkt leiden tot hogere stookkosten en energieverspilling. Het loont om kritisch te kijken naar gewoontes, van thermostaatinstellingen tot het gebruik van gordijnen. Door kleine aanpassingen te doen, blijft een huis comfortabel warm zonder onnodig energieverbruik — iets waar zowel de portemonnee als het milieu baat bij hebben.