De gezamenlijke campagne van GroenLinks-PvdA kreeg deze week een realitycheck na de peiling van Maurice de Hond van 24 oktober. Waar de partij zichzelf presenteerde als “bijna de grootste” en opriep tot linkse eenheid, lieten de cijfers een ander beeld zien. De PVV groeit verder, terwijl GroenLinks-PvdA stabiel blijft op 24 zetels. De afstand tussen beide partijen neemt daardoor juist toe, van vijf naar zes zetels.
PVV verstevigt koppositie, linkse samenwerking blijft steken
Volgens de meest recente zetelpeiling van De Hond staat de PVV nu op 29 zetels, een stijging van één ten opzichte van vorige week. GroenLinks-PvdA blijft onveranderd op 24 zetels.
De VVD laat met een winst van vier zetels een opvallend herstel zien, goed voor in totaal 20 zetels. Het CDA daalt naar 22, D66 blijft gelijk op 17 en FVD verdubbelt zijn steun ten opzichte van 2023, met zes zetels. Deze cijfers tonen een politieke verschuiving waarbij rechts terrein wint en links op de plaats blijft.
Het verschil tussen frame en feit
De strategie van GroenLinks-PvdA om de eigen positie als “bijna grootste” te framen, past in de logica van elke campagne: energie uitstralen, momentum claimen en kiezers mobiliseren. Toch laat de data iets anders zien.
De PVV groeit, GroenLinks-PvdA blijft gelijk. Het contrast tussen de gewenste perceptie en de feitelijke peiling schetst een spanningsveld dat vaker voorkomt in verkiezingsperiodes. Optimisme is een krachtig wapen, maar kan botsen met meetbare realiteit.
Discussie over geloofwaardigheid en strategie
Voorstanders van de campagneaanpak van GroenLinks-PvdA zien het optimisme als een oproep tot eenheid onder progressieve kiezers. Tegenstanders beschouwen het als misleidend wanneer er geen feitelijke groei zichtbaar is.
Dat spanningsveld tussen hoop en harde cijfers komt in bijna elke verkiezingsstrijd terug. De geloofwaardigheid van een partij hangt daarbij niet alleen af van beleid, maar ook van hoe consistent ze haar boodschap weet te verbinden aan objectieve data.
VVD en FVD laten opvallende beweging zien
De stijging van de VVD met vier zetels wijst mogelijk op strategisch stemgedrag van kiezers die op zoek zijn naar stabiliteit of regeringskracht. Forum voor Democratie handhaaft zich op zes zetels, een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar.
Andere partijen blijven grotendeels stabiel of leveren licht in. De verschuivingen concentreren zich dus vooral aan de rechterflank van het politieke spectrum, waar onvrede over migratie, koopkracht en energiebeleid een rol speelt.
Linkse samenwerking mist nog verbreding
GroenLinks-PvdA blijft met 24 zetels een stabiele factor in het politieke landschap. Toch ontbreekt de broodnodige groei om de strijd met de PVV aan te gaan. Voor de partij is het een signaal dat het huidige verhaal aanslaat bij de eigen achterban, maar minder overtuigend is voor twijfelende kiezers.
De uitdaging ligt in het combineren van sociale rechtvaardigheid, betaalbaarheid en praktische uitvoerbaarheid – thema’s die kiezers momenteel zwaar laten wegen.
Economische zorgen en migratie domineren de kiezerstrend
De peiling weerspiegelt thema’s die al maanden de toon zetten: stijgende kosten van levensonderhoud, energieprijzen, migratie en de relatie met Brussel. Klimaatbeleid blijft eveneens een splijtend punt, vooral nu burgers de gevolgen voelen in hun portemonnee. De groei van de PVV en het herstel van de VVD passen binnen een bredere trend waarin economische onzekerheid en migratie opnieuw doorslaggevend blijken.
Framing en het risico van overschatting
Campagneboodschappen zijn ontworpen om richting te geven aan de publieke perceptie. “We zijn dichtbij de grootste” is een slogan die energie losmaakt, maar werkt alleen zolang cijfers dat beeld ondersteunen.
Wanneer peilingen die claim tegenspreken, ontstaat er een geloofwaardigheidsrisico. Voor tegenstanders biedt dat ruimte om het narratief te bekritiseren, terwijl de achterban het juist kan zien als motivatie voor een eindsprint richting de stembus.
Tactische keuzes richting verkiezingsdag
Voor de PVV is de uitdaging nu om het momentum vast te houden en de voorsprong te consolideren. Elke extra zetel verstevigt het beeld van een duidelijke koploper. GroenLinks-PvdA moet daarentegen verbreden en overtuigen, vooral onder kiezers die twijfelen tussen idealisme en haalbaarheid. De toon, thema’s en geloofwaardigheid van de boodschap zullen bepalen of de linkse samenwerking kan doorbreken of blijft steken op stabiliteit.
Eén peiling is geen voorspelling
Zoals bij elke peiling geldt dat methode, steekproef en timing van invloed zijn op de uitkomst. Een verschuiving van enkele zetels valt binnen de foutmarge en hoeft geen trend te betekenen. Toch is het moment betekenisvol: de PVV groeit naar 29 zetels, GroenLinks-PvdA blijft op 24, en het frame van “bijna de grootste” blijkt voor nu niet door cijfers gedragen. Of dit een tijdelijke afwijking is of het begin van een structurele trend, zal blijken in komende metingen.
De peiling van 24 oktober toont een verschuiving die vooral rechts in de kaart speelt. De PVV verstevigt haar positie als grootste partij, terwijl GroenLinks-PvdA blijft steken. Het verschil tussen campagneframe en werkelijkheid wordt daardoor zichtbaar. De komende weken zullen uitwijzen of het linkse blok alsnog weet te verrassen, of dat rechts het momentum behoudt richting de verkiezingen.
