De aanpassing van het Belastingplan voor 2026 vormt een belangrijke ontwikkeling binnen het inkomensbeleid en zorgt voor nieuwe berekeningen die inzicht geven in inkomenseffecten voor uiteenlopende huishoudens. HRM-dienstverlener Youforce heeft recente cijfers geanalyseerd en constateert een stijging van de nettosalarissen na doorrekening van de aangepaste maatregelen.
De uitkomsten tonen dat veel werknemers met een modaal inkomen komend jaar daadwerkelijk meer overhouden, al blijven ontwikkelingen rond koopkracht en inflatie cruciaal.
Nieuwe berekeningen geven beeld van modale groei
Het modale inkomen fungeert als graadmeter binnen de economische analyse en wordt jaarlijks vastgesteld door het CPB. De definitie richt zich op het meest voorkomende salaris, waardoor het een beter referentiepunt vormt dan het gemiddelde loon.
Het bruto modale jaarinkomen komt in 2026 uit op € 48.500 inclusief vakantietoeslag. Dat bedrag lag dit jaar nog op € 46.500, waardoor het verschil neerkomt op € 2.000 bruto.
Nettoresultaat voor modale inkomens vanaf januari
Youforce berekende wat deze stijging betekent voor de maandelijkse inkomens en keek daarbij naar het effect van belastingaanpassingen. De uitkomst laat zien dat mensen met een modaal inkomen per 1 januari maandelijks € 34,67 netto meer ontvangen.
De verhoging ontstaat door wijzigingen in belastingtarieven die gunstig uitpakken in deze inkomenscategorie. Wie meer inzicht wil, kan volgens Youforce een berekening maken met hun Salarissimulator.
Effecten bij andere inkomensgroepen blijven merkbaar
Werknemers die twee keer modaal verdienen zien eveneens een stijging, al pakt deze door belastingdruk anders uit dan bij modale inkomens. De netto vooruitgang bedraagt € 37,17 per maand, waardoor deze groep eveneens profiteert van de aanpassing.

Minimumloonverdieners ontvangen bij een werkweek van 40 uur volgens rekenvoorbeelden voortaan € 19,16 extra per maand. Deze stijging geeft medewerkers in lagere loonklassen iets meer financiële ruimte.
Politieke besluitvorming kan veranderingen beïnvloeden
De berekeningen zijn gebaseerd op de huidige plannen, maar definitieve vaststelling moet nog plaatsvinden. Zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer beoordeelt het voorstel voordat de maatregelen ingaan.
Wijzigingen in pensioenpremies kunnen eveneens gevolgen hebben voor de uiteindelijke salarissen. De verwachting blijft echter dat netto inkomenseffecten positief zullen uitvallen, tenzij onverwachte beleidsaanpassingen het rekenmodel veranderen.
Vooruitzichten tonen doorlopende stijging tot 2028
Het CBS publiceert prognoses die duidelijk maken dat het modale inkomen de komende jaren verder stijgt. Voor 2027 wordt een modaal inkomen van € 50.500 verwacht en in 2028 loopt dit bedrag volgens ramingen op tot € 52.500.
Het CPB schat dat de koopkracht in 2026 met 1,1% stijgt, wat vooral belangrijk is voor budgetten die beïnvloed worden door prijsontwikkelingen binnen essentiële levensbehoeften.
Invloed van inflatie op de werkelijke inkomenspositie
De ontwikkeling van inflatie blijft bepalend voor de werkelijke waarde van salarisstijgingen. Hogere kosten voor energie, boodschappen en huisvesting kunnen de financiële ruimte beperken, waardoor een stijging niet altijd als winst voelt.
Een modaal huishouden houdt volgens huidige berekeningen wel meer over, maar de daadwerkelijke koopkracht blijft afhankelijk van prijsniveaus binnen de economie. Dat maakt toekomstprognoses belangrijk voor prudent financial planning.
Hogere inkomens leiden tot ruimere hypotheekmogelijkheden
Een stijging van het inkomen heeft directe gevolgen voor de maximale hypotheek berekenen bij kredietverstrekkers. Iemand met een modaal jaarinkomen van € 46.500 kan in 2025 een hypotheek krijgen van ongeveer € 224.288.
Door de inkomensstijging schuift dit bedrag in 2026 op naar € 232.988. De berekening is gebaseerd op een annuïteitenhypotheek met een rente van 3,52% gedurende tien jaar zonder eigen inbreng.
Stijgende leencapaciteit verandert woningmarktpositie beperkt
De hogere hypotheekruimte is gunstig voor huishoudens die willen kopen, maar lost structurele problemen op de woningmarkt niet op. Huizenprijzen bewegen doorgaans mee met inkomensstijgingen en maandlasten blijven aanzienlijk binnen veel regio’s.
Toch biedt het modale inkomen van 2026 iets meer financiële ruimte dan een jaar eerder, waardoor sommige huishoudens dichter bij een mogelijke aankoop komen. Het blijft echter een uitdaging om betaalbare woningen te vinden.










