De discussie over statiegeld is opnieuw opgelaaid, en dit keer draait het om een forse verhoging: van 15 cent naar mogelijk één euro per flesje. Het plan moet bijdragen aan schonere straten en hogere recyclingspercentages. Maar hoewel het voorstel ogenschijnlijk eenvoudig lijkt, blijkt het tot grote verdeeldheid te leiden in politiek, bedrijfsleven en samenleving.

De overheid heeft een helder doel voor ogen: in 2027 moet 90 procent van alle kleine flesjes en blikjes worden ingeleverd. Op dit moment blijft dat percentage hangen op 71 procent, ondanks het feit dat sinds 2023 ook statiegeld op blikjes geldt. De resultaten blijven echter achter bij de verwachtingen. De druk neemt toe, en daarom worden nu stevige maatregelen overwogen om die achterstand in te halen.
Een verhoging van het statiegeld lijkt voor de hand te liggen. Daarom werd adviesbureau PwC ingeschakeld om te onderzoeken of dit ook daadwerkelijk effectief is. De resultaten waren minder hoopgevend dan verwacht. Zelfs een verdubbeling of verdrievoudiging van het statiegeld zou slechts tot een lichte stijging van het aantal ingeleverde verpakkingen leiden. Dat betekent dat een hoger bedrag alleen niet voldoende is om het probleem op te lossen.
Verpact, de organisatie die het statiegeldsysteem beheert, is kritisch. Volgens hen wegen de extra kosten voor bijvoorbeeld het aanpassen van apparaten en het opzetten van nieuwe campagnes niet op tegen de beperkte winst in inlevergedrag. In plaats van een financiële prikkel, pleiten zij voor meer gemak. Juist het beperkte aantal inleverpunten zou een belangrijke reden zijn waarom mensen verpakkingen niet terugbrengen.
Voor veel consumenten is het inleveren van lege flesjes en blikjes inmiddels routine geworden. Maar als daarvoor een fietstocht of lange wachtrij nodig is, haken veel mensen alsnog af. Supermarkten zijn vaak de enige plek waar je terecht kunt, en dat maakt de drempel hoog. Daarom wordt er nu gekeken naar alternatieve locaties voor innamepunten. Denk aan scholen, sportverenigingen en treinstations. Hoe toegankelijker het systeem, hoe groter de bereidheid om eraan deel te nemen.
Milieuorganisaties denken daar heel anders over. Zij zijn juist voorstander van een flinke verhoging van het statiegeld. Volgens hen werkt geld als drijfveer veel beter dan gemak. Een bedrag van één euro per flesje zou consumenten bewust maken van hun gedrag en tot verandering aanzetten. Ze verwijzen naar landen waar een hoog statiegeld al heeft gezorgd voor schone straten en hoge inzamelpercentages.
De consument bevindt zich in het midden van het debat. Veel mensen hebben het terugbrengen van lege verpakkingen opgenomen in hun dagelijkse routines. Toch zou een plotselinge stijging van het statiegeld kunnen leiden tot weerstand. Vooral mensen met een krap budget kunnen het gevoel krijgen dat hun boodschappen ineens flink duurder worden. Wat bedoeld is als milieuprikkel, kan dan aanvoelen als extra belasting.
De Inspectie Leefomgeving en Transport houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Het rapport van PwC ligt inmiddels op tafel, net als de zorgen van Verpact. Een definitief besluit is nog niet genomen, maar de doelstelling voor 2027 staat overeind. Als de huidige aanpak niet voldoende werkt, moeten er snel knopen worden doorgehakt.
De uitdaging ligt in het vinden van de juiste balans. Een hoger statiegeld kan bijdragen aan het behalen van milieudoelen, maar alleen als dit gecombineerd wordt met betere toegang en heldere communicatie. De oplossing moet zowel effectief als eerlijk zijn. Want niemand zit te wachten op zwerfafval, maar ook niet op onnodige extra kosten.
Of je straks echt een euro per flesje terugkrijgt, is nog onduidelijk. Maar één ding is zeker: de urgentie groeit. Het is duidelijk dat stilzitten geen optie meer is. Een slimme en rechtvaardige aanpak is nodig om het doel van 90 procent inname te halen zonder de consument af te schrikken. Het debat zal voorlopig dus nog wel even doorgaan.