Je tuin is een plek waar je ontspant, geniet van de buitenlucht en even ontsnapt aan de hectiek van het dagelijks leven. Toch schuilt er ongemerkt gevaar tussen het groen. Wat op het eerste gezicht onschuldig lijkt – een rups, een wesp, een spin – kan soms vervelende gevolgen hebben voor je gezondheid of de staat van je tuin.

Door het veranderende klimaat en steeds mildere winters krijgen sommige insecten en dieren bovendien meer kans om zich voort te planten. Dat maakt de kans op overlast of gezondheidsklachten groter dan ooit.
Als je weet welke dieren risico’s met zich meebrengen, kun je er tijdig op inspelen. Bescherming begint namelijk bij bewustwording. Daarom leggen we uit welke vijf tuinbewoners je extra goed in de gaten moet houden, wat je kunt doen als je ze tegenkomt én hoe je ongemak voorkomt.
De eikenprocessierups is de laatste jaren een steeds vaker geziene gast in Nederlandse tuinen. In de zomermaanden zie je deze rupsen massaal in eikenbomen, waarbij ze zich kenmerkend in rijen voortbewegen. Het gevaar zit hem niet in de rups zelf, maar in de minuscuul kleine brandharen die ze loslaten. Die haartjes zweven door de lucht en veroorzaken vaak flinke irritatie aan je huid, ogen of luchtwegen.
Je hoeft de rups niet eens aan te raken om klachten te krijgen. Veel mensen ervaren jeuk, rode bultjes of benauwdheid na blootstelling. Soms is medische hulp zelfs noodzakelijk. Zie je eikenprocessierupsen of hun nesten in je omgeving? Blijf dan op afstand, draag beschermende kleding en meld het bij je gemeente. Voorkomen is hier echt beter dan genezen.
Wespen zijn al vervelend genoeg tijdens een zomerse barbecue, maar de veldwesp spant de kroon. Deze soort verdedigt haar nest fel en kan meerdere keren steken. Haar steek is niet alleen branderig en pijnlijk, maar voor mensen met een allergie zelfs levensbedreigend. Veldwespen bouwen hun nesten vaak op moeilijk zichtbare plekken, zoals onder dakranden of in de grond.
Heb je het vermoeden dat er een veldwespennest in je tuin zit? Blijf er dan uit de buurt en schakel een professionele verdelger in. Dek etenswaren en drankjes in de tuin goed af en wees extra voorzichtig met het drinken uit blikjes. Een nietsvermoedende slok kan nare verrassingen opleveren als er een wesp in blijkt te zitten.
De teek is misschien wel de meest onopvallende tuinbewoner met grote gevolgen. Deze parasiet bijt zich vast in je huid om bloed te zuigen. Ze zitten vooral in gras, struiken en lage begroeiing en kunnen de ziekte van Lyme overbrengen. Je merkt een beet vaak pas achteraf, waardoor het belangrijk is om jezelf en je huisdieren altijd te controleren na een dag in de tuin.
Gebruik een speciale tekentang als je een teek ontdekt en verwijder hem zo snel mogelijk. Noteer altijd de datum en houd de plek goed in de gaten. Verschijnt er een rode kring of krijg je koorts? Raadpleeg dan onmiddellijk een arts. Draag bij voorkeur bedekkende kleding en gebruik insectenwerende middelen om het risico op tekenbeten te verkleinen.
De veenmol is misschien minder bekend dan de andere beestjes op deze lijst, maar minstens zo problematisch. Deze grote, ondergrondse insecten vreten aan wortels, jonge planten en gras. In korte tijd kunnen ze een flink deel van je tuin vernielen. Vooral in vochtige grond graven ze gangen waardoor planten kunnen verwelken of omvallen.
Herken je verzakkingen in je gazon of kale plekken waar het gras ineens dood is? Dan zou de veenmol zomaar de boosdoener kunnen zijn. In plaats van chemische bestrijding, die ook nuttige insecten schaadt, kun je beter natuurlijke vijanden aantrekken. Vogels, egels en andere dieren helpen je op ecologische wijze om de populatie in toom te houden.
Ze klinken onschuldig en lijken ongevaarlijk, maar de hooiwagenkrabspin kan venijnig bijten. Deze spinachtige heeft krachtige kaken waarmee hij door je huid heen kan dringen. De beet is niet dodelijk, maar wel pijnlijk en veroorzaakt vaak roodheid en zwelling. Ze verschuilen zich graag in struiken, tussen stenen of in kleine kieren rond je huis.
Tijdens het snoeien of verplaatsen van objecten in de tuin kunnen ze onverwacht tevoorschijn komen. Draag daarom altijd handschoenen bij het tuinieren en controleer schuilplekjes voordat je erin grijpt. Hoewel de hooiwagenkrabspin zelden zelf aanvalt, verdedigt hij zich fel als hij zich in het nauw gedreven voelt. Een beetje voorzichtigheid voorkomt veel ongemak.
Je kunt de aanwezigheid van deze beestjes niet volledig uitsluiten, maar met de juiste aanpak beperk je de risico’s aanzienlijk. Draag altijd lange mouwen, een lange broek en handschoenen bij het tuinieren om jezelf tegen steken en beten te beschermen. Controleer na afloop je huid én die van je huisdieren op teken of andere ongewenste gasten.
Houd je tuin overzichtelijk en opgeruimd. Laat geen hopen bladeren of rommel liggen, want dat zijn favoriete schuilplaatsen voor insecten en kleine dieren. Door regelmatig te snoeien en gras te maaien, maak je je tuin minder aantrekkelijk voor plaagdieren zoals rupsen en spinnen.
Tot slot kun je natuurlijke vijanden zoals egels, kikkers en vogels stimuleren om in je tuin te leven. Zij houden de populatie van ongewenste beestjes op een natuurlijke manier in balans. Gebruik alleen bestrijdingsmiddelen als het echt niet anders kan, en kies dan voor een milieuvriendelijke variant. Je beschermt hiermee niet alleen jezelf, maar ook de biodiversiteit van je tuin.
Weet jij welke beestjes er in jouw tuin schuilen? Laat het ons weten in de reacties op Facebook.