Hoewel veel wetsvoorstellen zijn doorgeschoven, staan werknemers per 1 januari 2026 toch voor duidelijke veranderingen. Besluiten van de Tweede Kamer blijven deels liggen, maar afspraken op de werkvloer schuiven door. Vooral flexwerkers, thuiswerkers en langdurig zieke werknemers merken de gevolgen. De nieuwe regels ontstaan minder uit wetgeving en meer uit praktijkafspraken. Daardoor voelen veranderingen soms onverwacht, maar zijn ze juridisch wel degelijk bindend.
Flexibel werken verliest glans
Flexwerken en thuiswerken klinken aantrekkelijk, maar de realiteit blijkt vaak complexer. Werkgevers sturen steeds vaker aan op aanwezigheid op kantoor. Tegelijkertijd groeit de onzekerheid bij flexwerkers over inkomen en roosters.
Volgens arbeidsrechtadvocaat Pascal Willems van WVO Advocaten komen de belangrijkste wijzigingen elders vandaan. Hij wijst erop dat cao-afspraken en uitvoeringsregels bepalender worden dan nieuwe wetten.
Cao’s sturen arbeidsvoorwaarden
De verschuiving zit vooral in collectieve afspraken en uitvoeringsbesluiten. Willems legt tegenover vakblad Intermediair uit dat arbeidsvoorwaarden steeds preciezer worden vastgelegd. Flexwerkers krijgen stap voor stap meer zekerheid.
Tegelijkertijd blijven zieke werknemers langer in onzekerheid. Thuiswerkers blijken soms verkeerde aannames te maken over vergoedingen. Wettelijke kaders blijven leidend, ook als verwachtingen anders liggen.

Gelijke beloning voor uitzendkrachten
Een nieuwe cao voor uitzendkrachten treedt op 1 januari 2026 in werking. Deze afspraak verkleint loonverschillen tussen uitzendkrachten en vaste medewerkers. Wie hetzelfde werk doet, moet vergelijkbare arbeidsvoorwaarden krijgen.
Dat geldt ook voor toeslagen en andere vergoedingen. Willems ziet deze cao als voorloper van strengere regels. Voor uitzendkrachten is het verstandig loonstroken kritisch te bekijken.
Flexwet voelt nu al merkbaar
De aangekondigde flexwet is nog niet aangenomen, maar de effecten zijn zichtbaar. Nulurencontracten verdwijnen geleidelijk en maken plaats voor minimumuren. Werkgevers behouden enige flexibiliteit, maar krijgen strengere grenzen.
Tijdelijke constructies worden korter en minder vrijblijvend. Daardoor ontstaat sneller duidelijkheid over perspectief op vaste aanstelling. Het herhaald aanbieden van tijdelijke contracten na korte pauzes wordt moeilijker.

Langere onzekerheid bij ziekte
Voor langdurig zieke werknemers pakt 2026 minder gunstig uit. De wet blijft gelijk, maar procedures duren langer. Het UWV verdubbelt de wachttijd voor WIA-beslissingen van acht naar zestien weken.
Een tekort aan verzekeringsartsen ligt daaraan ten grondslag. Willems verwacht oplopende achterstanden. Dat betekent langere onzekerheid over inkomen, herstel en toekomstperspectief.










