De overheid heeft de nieuwe AOW-bedragen voor 2026 vastgesteld en die uitkomst pakt gunstig uit voor gepensioneerden. Niet alleen de maandelijkse uitkering stijgt, ook het opgebouwde vakantiegeld gaat omhoog. Die verhoging volgt automatisch uit de koppeling met het wettelijk minimumloon, dat in 2026 opnieuw wordt verhoogd. Daardoor ontstaat voor veel AOW’ers extra financiële ruimte, juist richting de zomerperiode.
De hoogte van de AOW 2026 is rechtstreeks verbonden aan het wettelijk minimumloon, dat periodiek wordt aangepast. Wanneer dat loon stijgt, bewegen de AOW-bedragen automatisch mee.
Dat geldt ook voor het vakantiegeld AOW, dat maandelijks wordt opgebouwd. De verhoging zorgt ervoor dat gepensioneerden niet alleen structureel meer ontvangen, maar ook een hoger bedrag reserveren voor de jaarlijkse uitbetaling in mei.
Vaste maandelijkse opbouw
In tegenstelling tot werknemers ontvangen AOW’ers geen vakantiegeld als percentage van hun uitkering. Het gaat om een vast bedrag per maand dat wordt gereserveerd.
Dat opgebouwde bedrag wordt eenmaal per jaar uitgekeerd, samen met de AOW-uitkering van mei. Hoe hoog die maandelijkse reservering is, hangt af van de leefsituatie, waarbij alleenstaanden meer ontvangen dan gehuwden of samenwonenden.

Hogere bedragen voor alleenstaanden
Alleenstaande AOW’ers bouwen vanaf januari 2026 elke maand € 106,55 aan vakantiegeld op. Dat betekent een stijging van ruim zes euro vergeleken met het tweede halfjaar van 2025.
Toen lag het maandelijkse bedrag op € 100,39. De verhoging zorgt ervoor dat het jaarlijkse vakantiegeld merkbaar hoger uitvalt, vooral voor alleenwonende gepensioneerden met beperkte aanvullende inkomsten.

Ook stijging voor gehuwden
Voor gehuwde en samenwonende AOW’ers stijgt het maandelijkse vakantiegeld in 2026 naar € 76,10 per persoon. Dat is bijna vijf euro meer dan het bedrag van € 71,71 dat eind 2025 gold.
Hoewel de stijging minder groot is dan bij alleenstaanden, betekent ook deze aanpassing een structurele verbetering. Het verschil wordt vooral zichtbaar bij de jaarlijkse uitbetaling in mei.

Opbouw over meerdere perioden
Het vakantiegeld wordt opgebouwd over twaalf maanden, van mei tot en met april, waarbij tussentijds twee aanpassingen plaatsvinden. In juli en januari worden de AOW-bedragen verhoogd, waardoor drie verschillende maandbedragen meetellen.
Voor alleenstaanden resulteert dat in mei 2026 in € 1.233,46 bruto vakantiegeld. AOW’ers met een partner ontvangen per persoon € 881,02 bruto, vóór belasting.
Uitbetaling en betaalmomenten
Het vakantiegeld wordt in mei uitgekeerd, tegelijk met de reguliere AOW-uitkering van die maand. In 2026 gebeurt dat op 21 mei. De overige uitkeringen volgen verspreid over het jaar, met betaaldata op 22 januari, 23 februari, 23 maart en 23 april. Daarna volgen 23 juni, 23 juli, 24 augustus, 23 september, 22 oktober, 23 november en 21 december.










