De eerste salarisstrook van 2026 laat zien dat werkenden vrijwel overal netto voordeel boeken. Salarisverwerker ADP heeft doorgerekend hoe veranderingen in belastingregels doorwerken in de portemonnee. De uitkomsten tonen dat bijna iedereen er financieel op vooruitgaat, ook wanneer het brutoloon gelijk blijft. Vooral werknemers met een laag inkomen merken dit direct. Bij hen loopt de stijging al snel op tot enkele tientjes per maand, zichtbaar vanaf januari.
Belastingregels zorgen voor hoger nettoloon
De hogere netto-inkomsten zijn niet het gevolg van loonafspraken, maar van aangepaste belastingmaatregelen. Daardoor blijft er meer over van hetzelfde brutobedrag. Ook werknemers met een modaal inkomen profiteren daarvan.
Bij een bruto maandsalaris van 3.704 euro stijgt het nettoloon vanaf januari met 26 euro per maand. Deze aanpassing heeft direct effect op de koopkracht in 2026.
Sterkste stijging bij minimumloon
De grootste vooruitgang is zichtbaar bij werknemers met een minimumloon. Hun nettoloon kan oplopen tot ruim vijftig euro extra per maand. Dat effect hangt samen met de verhoging van het minimumuurloon per 1 januari.

Bij een werkweek van 36 uur stijgt dit naar 14,71 euro bruto per uur. Voor veel minimumlonen betekent dit een gemiddelde nettotoename van ongeveer dertig euro.
Verschillen per inkomensniveau zichtbaar
De exacte stijging verschilt per salarisniveau en loopt uiteen van enkele euro’s tot meer dan dertig euro per maand. Lagere inkomens zien soms nauwelijks verandering, terwijl midden- en hogere inkomens duidelijk profiteren.
Ook bij hogere salarissen blijft het voordeel structureel zichtbaar. De onderstaande WordPress-tabel laat per bruto maandsalaris zien hoe het nettoloon verandert en welk percentage daarbij hoort.

Overzicht nettovoordeel per salaris:
| Bruto salaris per maand | Verandering nettoloon | Procentuele verandering |
|---|---|---|
| Minimumloon (36 uur) | € 46,05 | 2,15 % |
| Minimumloon (40 uur) | € 51,36 | 2,23 % |
| € 500 | € 0,00 | – |
| € 750 | € 0,00 | – |
| € 1.000 | € 7,84 | 0,80 % |
| € 1.250 | € 13,67 | 1,13 % |
| € 1.500 | € 16,34 | 1,13 % |
| € 1.750 | € 18,92 | 1,13 % |
| € 2.000 | € 21,58 | 1,13 % |
| € 2.250 | € 12,66 | 0,59 % |
| € 2.500 | € 19,17 | 0,84 % |
| € 2.750 | € 18,34 | 0,75 % |
| € 3.000 | € 17,59 | 0,68 % |
| € 3.250 | € 17,58 | 0,64 % |
| € 3.500 | € 16,50 | 0,57 % |
| € 3.750 | € 29,25 | 0,97 % |
| € 4.000 | € 33,08 | 1,05 % |
| € 4.250 | € 32,84 | 1,00 % |
| € 4.500 | € 32,42 | 0,96 % |
| € 4.750 | € 32,08 | 0,91 % |
| € 5.000 | € 31,75 | 0,87 % |
| € 5.250 | € 31,50 | 0,84 % |
| € 5.500 | € 31,00 | 0,80 % |
| € 5.750 | € 30,58 | 0,76 % |
| € 6.000 | € 30,50 | 0,74 % |
| € 6.250 | € 30,00 | 0,70 % |
| € 6.500 | € 35,08 | 0,80 % |
| € 6.750 | € 37,17 | 0,83 % |
| € 7.000 | € 37,17 | 0,81 % |
| € 7.250 | € 37,17 | 0,79 % |
| € 7.500 | € 37,17 | 0,77 % |
Correctie voor parttimers en jongeren
Werknemers met een inkomen tussen 1.000 en 2.000 euro per maand gingen dit jaar juist achteruit. Het ging daarbij vooral om parttimers en jongeren met een minimumjeugdloon. Ook voor 2026 leek die daling door te zetten, volgens de Prinsjesdagplannen. Een belastingcorrectie heeft dat beeld veranderd. Vanaf januari gaan ook zij er netto op vooruit, al blijft hun inkomen lager dan in 2024.










