Theo heeft altijd met plezier in zijn oude benzineauto gereden. De wagen is betrouwbaar, goedkoop in onderhoud en brengt hem zonder problemen van A naar B. Hij maakte zich nooit druk over de impact op het milieu. Maar sinds zijn buurman in een dure elektrische auto rijdt, voelt Theo zich steeds ongemakkelijker.
Niet omdat hij plots milieubewust is geworden, maar door de subtiele oordelen van zijn buurman, die hem steeds vaker het gevoel geeft dat hij fout zit door nog benzine te rijden.
Theo’s buurman heeft duurzaamheid omarmd. Zijn huis is uitgerust met zonnepanelen, driedubbel glas en een warmtepomp, en zijn nieuwste aanwinst is een glimmende elektrische auto.
Hij rijdt trots door de buurt, overtuigd dat dit de toekomst is. Het is duidelijk dat zijn buurman gelooft dat benzineauto’s niet meer thuishoren in deze tijd.
Tijdens een recent gesprek ging het weer over duurzaamheid. Theo’s buurman vertelde trots hoe zijn huis volledig energieneutraal is en hoe hij nu bijdraagt aan een schonere wereld door elektrisch te rijden.
“Benzineauto’s horen echt niet meer thuis in deze tijd,” zei hij, terwijl hij naar Theo’s oude auto keek. Het gesprek liet Theo ongemakkelijk achter. Hij weet dat zijn auto niet de schoonste optie is, maar het is wat hij zich kan veroorloven. Die nieuwe, dure elektrische auto ligt simpelweg buiten zijn bereik.
Sinds dat gesprek voelt Theo zich bekeken wanneer hij in zijn auto stapt. Zijn buurman zegt niets meer, maar de manier waarop hij naar de auto van Theo kijkt, spreekt boekdelen. Het maakt dat Theo zich afvraagt of hij echt iets verkeerd doet door nog benzine te rijden.
Zijn oude auto doet wat hij nodig heeft, en een elektrische wagen is simpelweg niet binnen zijn financiële mogelijkheden. Wat Theo extra dwarszit, is dat zijn buurman de elektrische auto leaset.
Met zijn hoge salaris hoeft hij zich geen zorgen te maken over de maandelijkse kosten. Theo daarentegen leeft van een bescheiden inkomen en heeft geen budget voor zo’n prijzige overstap. Het gevoel dat hij tekortschiet, groeit steeds meer.
Theo vraagt zich af of hij de enige is die zich zo voelt. De sociale druk om duurzaam te zijn lijkt steeds sterker te worden. Mensen die niet meegaan met deze trend worden vaak met de vinger gewezen.
Natuurlijk wil Theo ook zijn steentje bijdragen aan een betere wereld, maar hij heeft geen duizenden euro’s over voor zonnepanelen, een warmtepomp of een elektrische auto. Is het eerlijk dat mensen zoals hij zich schuldig moeten voelen omdat ze simpelweg de middelen niet hebben?
Het debat over duurzaamheid lijkt steeds meer een kwestie van zwart-wit te worden. Elektrisch rijden wordt gepresenteerd als de ultieme oplossing, terwijl mensen met benzineauto’s vaak als ouderwets of ongeïnteresseerd worden bestempeld.
Maar voor veel mensen, zoals Theo, is de keuze voor een benzineauto een praktische overweging, geen morele. Niet iedereen kan zomaar de overstap maken naar duurzamere opties, en dat zou geen reden moeten zijn om hen met schuldgevoelens op te zadelen.