De hoogte van uitkeringen verschilt sterk per gemeente in Nederland, blijkt uit een onderzoek van vakbond FNV. Mensen die afhankelijk zijn van een uitkering, kunnen tot wel 900 euro per maand minder ontvangen afhankelijk van de gemeente waarin ze wonen. Dit verschil leidt tot grote ongelijkheid, volgens de vakbond, die benadrukt dat de huidige situatie onhoudbaar is.
Sinds de decentralisatie van 2015 ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de bijstandsuitkering en andere regelingen bij de gemeenten. Hierdoor kan elke gemeente zelf bepalen wie recht heeft op hoeveel ondersteuning.
Het onderzoek van FNV, uitgevoerd in meer dan zeventig gemeenten, laat zien dat de verschillen aanzienlijk zijn en leiden tot een groeiende ongelijkheid. De vakbond is van mening dat deze aanpak een oneerlijk systeem heeft gecreëerd.
“Het is onacceptabel dat mensen in vergelijkbare financiële situaties in verschillende gemeenten een andere mate van ondersteuning ontvangen, puur omdat ze in een andere gemeente wonen,” stelt FNV-vicevoorzitter Kitty Jong. De vakbond maakt zich ernstig zorgen over deze ongelijkheid en roept op tot actie.
Voorbeelden van ongelijkheid
In sommige gemeenten zijn de regels strikter dan in andere. Zo blijken inwoners van Vlissingen, een gemeente met een zwakke financiële positie, aanzienlijk slechter af te zijn dan hun buren in omliggende Zeeuwse gemeenten.
In Vlissingen komen inwoners alleen in aanmerking voor financiële steun als hun inkomen maximaal 110 procent van het sociaal minimum bedraagt. In Middelburg en Veere daarentegen, geldt deze grens bij 130 procent van het sociaal minimum, wat betekent dat meer mensen recht hebben op bijstand.
De gemeente Vlissingen staat onder curatele van het Rijk vanwege haar slechte financiële situatie. Dit heeft directe gevolgen voor de hoogte van de uitkeringen en regelingen die de gemeente kan bieden. Het onderzoek van FNV laat zien dat dit een groeiende kloof tussen gemeenten veroorzaakt.
FNV pleit voor landelijke regels
FNV pleit voor een gelijk speelveld, ongeacht de gemeente waarin iemand woont. De vakbond wil dat de inkomensgrenzen voor ondersteuning worden verhoogd naar 150 procent van het sociaal minimum, zodat meer mensen recht krijgen op financiële steun.
Daarnaast pleit FNV ervoor dat de bijzondere bijstand altijd een gift moet zijn in plaats van een lening, zoals in sommige gemeenten nu nog het geval is.
Jong is duidelijk in haar oproep aan de overheid: “Het kan niet zo zijn dat je postcode bepaalt hoeveel financiële hulp je krijgt. De overheid moet zorgen voor landelijke regels en de aangekondigde bezuinigingen voor 2026 moeten van tafel.”
Bezuinigingen raken de meest kwetsbaren
Het kabinet heeft bezuinigingen aangekondigd voor 2026, maar volgens FNV zullen deze vooral de meest kwetsbare groepen treffen. Gemeenten krijgen nu al te weinig geld om hun inwoners adequaat te ondersteunen, en als deze bezuinigingen doorgaan, zal de situatie alleen maar verergeren, stelt de vakbond.
FNV roept de Tweede Kamer op om in te grijpen en ervoor te zorgen dat gemeenten voldoende middelen krijgen om hun inwoners te ondersteunen.
De vakbond blijft hameren op de noodzaak van actie om deze ongelijkheid te bestrijden. “De verschillen zijn onhoudbaar en onacceptabel,” concludeert Jong.