De geur van brandend hout vult mijn huis zodra ik de kachel aansteek, en die warmte, die sfeer, die horen bij mijn leven. Elke winter weer sta ik buiten, met de bijl in de hand, het geluid van klievend hout in mijn oren. Het knisperen van het vuur heeft iets magisch en troostends. Mijn houtkachel is een stukje nostalgie dat ik koester, en ik kan me moeilijk voorstellen dat ik die zomaar opgeef omdat men zegt dat het slecht is voor het milieu.
Voor mij is het veel meer dan alleen warmte. Het aansteken van de kachel is een ritueel, een vertrouwde handeling die me herinnert aan vroeger. Mijn vader deed het, mijn grootvader ook. Ze leerden me om het hout te klieven, te stapelen, en met zorg het vuur op te stoken.
Die traditie voelt als een eerbetoon aan wie zij waren en aan alles wat ik van hen heb meegekregen. Steeds vaker word ik erop aangesproken dat mijn houtkachel ‘niet meer van deze tijd is.’ Maar wie beslist dat eigenlijk?
Ik begrijp wel dat de wereld verandert en dat er zorgen zijn over het milieu. Ook ik maak me zorgen. Toch voelt het opgeven van mijn kachel als het loslaten van iets wezenlijks. Het is niet zomaar een verwarmingsbron; het is een levensstijl, een stukje van mijn identiteit.
Natuurlijk, er zijn andere manieren om het huis warm te houden, maar die hebben niet dat warme, knusse gevoel dat een houtkachel biedt. Voor mij blijft die warmte uniek.
Sommigen noemen het koppigheid, en misschien zit daar iets in. Als oudere word ik vaak gezien als iemand die vastklampt aan het verleden, niet openstaat voor vernieuwing. Maar in mijn ogen is dat te simpel gedacht. Het gaat om de waarde die ik hecht aan mijn rituelen.
Het aansteken van de kachel is een moment voor mezelf, een terugblik naar vroeger, een rustpunt in mijn dag. Het idee om dat zomaar op te geven omdat het niet meer ‘past,’ voelt voor mij onbegrijpelijk.
Ik weet dat mijn kinderen liever zouden zien dat ik overstap op iets anders. Ze zeggen dat het beter is voor hun kinderen, voor de volgende generatie. Maar als ik om me heen kijk, vraag ik me af waar onze tradities blijven.
Moeten we echt allemaal hetzelfde leven leiden en alle oude gewoontes overboord gooien? Mijn houtkachel is misschien niet ideaal in de ogen van anderen, maar het brengt mij warmte en vreugde. Is dat geen waarde op zich?
Vroeger leek het wel alsof iedereen zijn eigen plekje had, zijn eigen gewoontes, en dat werd gerespecteerd. Nu is het alsof we allemaal moeten voldoen aan één standaard. De rook van mijn kachel hoort bij mijn winter, net als de geur van barbecue bij de zomer hoort.
Het was iets waar niemand zich druk om maakte. Misschien komt dat omdat we toen nog dichter bij elkaar stonden en begrip hadden voor elkaars keuzes. Nu lijkt het vaak alsof ieder voor zich leeft en de ander de maat neemt.
Mijn kinderen dringen steeds vaker aan om mee te gaan met de tijd. Ze hebben alles elektrisch, maken zich zorgen om de toekomst. Ik snap het wel, maar ik voel me nog niet klaar om mijn houtkachel zomaar los te laten.
Het klieven van hout, het aansteken van het vuur, het geeft me voldoening en een gevoel van onafhankelijkheid. Misschien klinkt dat ouderwets, maar voor mij is het waardevol. En ja, ik blijf graag trouw aan mezelf.
Dus ja, ik blijf mijn houtkachel gebruiken, ook al zeggen sommigen dat het slecht is voor het milieu. Misschien komt er een dag dat ik het niet meer kan of wil, maar voor nu hou ik het zoals het is. Wat denken jullie, is er nog ruimte voor persoonlijke keuzes in deze tijd? Laat het ons weten in de reacties op Facebook.